Voor de haaksters dus: Vingerloze wanten in drie kleuren.
Je kunt deze ook in wol maken, voor de winter, omdat het origineel eigenlijk gepland was, om te dragen rond Koningsdag. Gebruik dan 4 draads sokkengaren. En de kleuren? Kies gerust die je mooi vindt!Vingerloze wanten
Ontwerp © Bianca Boonstra 2014Wat heb je nodig:
- 1 bolletje katoen in rood, 1 bolletje katoen in wit, en 1 bolletje katoen in blauw.
- Haaknaald 2,5 mm
- eventueel: steekmarkeerder
- stopnaald om draadjes af te hechten.
Hoogte: 18 cm voor alle maten
Handomtrek:
40 steken – 14-15,5 cm (6 tot 6 ½ inch)44 steken – 16-17,5 cm (6 ½ tot 7 inch)
48 steken – 18-19,5 cm (7 tot 7 ½ inch)
52 steken – 20-21,5 cm (7 ½ tot 8 inch)
56 steken – 22-23,5 cm (8 tot 8 ½ inch)
Bijzondere steken:
Boord: Het boord wordt gehaakt in stokjes, vanaf de tweede ronde worden ze gehaakt om de stokjes van de eerste ronde heen.
1 st vav: Haak 1 stokje, en steek van voor naar achter en weer naar voor om het stokje heen.
1 st ava: Haak 1 stokje, en steek van achter, naar voor en weer naar achter om het stokje heen.
1 st vav: Haak 1 stokje, en steek van voor naar achter en weer naar voor om het stokje heen.
1 st ava: Haak 1 stokje, en steek van achter, naar voor en weer naar achter om het stokje heen.
Start met blauw en haak een ketting van 40-44-48-52-56 lossen. Sluit deze ronde met een halve vaste.
1: 3 lossen (=1e stokje) Haak 1 stokje in elke losse. Sluit ronde met 1 halve vaste. (=40-44-48-52-56 stokjes totaal.
2: 3 lossen (=1e stokje) , 1 st vav, * 1 st ava, 1 st vav. Herhaal vanaf *, sluit ronde met 1 halve vaste.
3 – 8: Herhaal ronde 2.
Knip blauw af, haak wit aan.
1: 3 lossen (=1e stokje) Haak 1 stokje in elke losse. Sluit ronde met 1 halve vaste. (=40-44-48-52-56 stokjes totaal.
2: 3 lossen (=1e stokje) , 1 st vav, * 1 st ava, 1 st vav. Herhaal vanaf *, sluit ronde met 1 halve vaste.
3 – 8: Herhaal ronde 2.
Knip blauw af, haak wit aan.
9: 3
lossen (=1e stokje) , sla 1 stokje over, haak 3 stokjes in de volgende
steek, sla 1 steek over, * 1 stokje, sla 1 steek over, haak 3stokjes in
de volgende steek, sla 1 steek over. Herhaal vanaf *, sluit ronde met
een halve vaste.
10-16: Herhaal ronde 9.
10-16: Herhaal ronde 9.
Knip wit af, haak rood aan.
17 – 18: 3 lossen (=1e stokje), haak 1 stokje in elke steek. Sluit ronde met een halve vaste.
19:
links: 3 lossen (=1e stokje), haak 5 stokjes, 8 lossen – sla 8 steken
over, haak verder in stokjes. Sluit ronde met een halve vaste.
19:
rechts: 3 lossen (=1e stokje) Haak stokjes tot 14 stken voor het einde
van de ronde, 8 lossen, sla 8 steken over, haak stokjes tot het einde
van de ronde.
20-22: Herhaal toer 17.
23 en 24: Herhaal ronde 2.
25: 1 losse, haak in elke steek een vaste. Sluit ronde met een halve vaste. Draad afknippen, door lus halen. Hecht draadjes af.
25: 1 losse, haak in elke steek een vaste. Sluit ronde met een halve vaste. Draad afknippen, door lus halen. Hecht draadjes af.
Duim:
Start in de hoek rechtsonder met rood:
A: 3 lossen (=1e stokje), haak 1 stokje op de stokjes, 2 stokjes rondom het stokje aan de zijkant, 1 stokje in elke steek van de lossenrand en 2 stokjes rondom het stokje aan de zijkant. (= 8 + 2 + 8 + 2) Sluit ronde met een halve vaste.
B: 3 lossen (=1e stokje) Haak 1 stokje op elke steek van de vorige ronde. Sluit ronde met een halve vaste. Draad afknippen, door lus halen. Hecht draadjes af.
Maak de tweede vingerloze want.
Start in de hoek rechtsonder met rood:
A: 3 lossen (=1e stokje), haak 1 stokje op de stokjes, 2 stokjes rondom het stokje aan de zijkant, 1 stokje in elke steek van de lossenrand en 2 stokjes rondom het stokje aan de zijkant. (= 8 + 2 + 8 + 2) Sluit ronde met een halve vaste.
B: 3 lossen (=1e stokje) Haak 1 stokje op elke steek van de vorige ronde. Sluit ronde met een halve vaste. Draad afknippen, door lus halen. Hecht draadjes af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten