Het kartonnen maatje,
materialen, meten is weten
Het kartonnen maatje.
Het
begon met een draadje in een van de forums op Ravelry. Mensen hadden
een patroon gekocht voor een dollar, en dat patroon beschreef een
hiel, die in beide sokkenbreimethodes (van boord naar teen en van
teen naar boord) gebruikt konden worden. Ik ben altijd in voor iets
nieuws, en zeker als je er nog wat van kan leren. Tot mijn verbazing
bracht de auteur iets anders ter sprake, te weten het kartonnen
maatje.
Ik heb
een maatje gemaakt van de voet van mijn echtgenoot. Omdat hij
onregelmatige werktijden heeft, is het best handig om zo'n maatje bij
de hand te hebben. Hij vroeg mij om enkele paren sokken te breien,
die hij onder zijn uniformsokken zou kunnen dragen. Dat is in zijn
geval echt noodzaak, want de nylon sokken die bij zijn uniform horen,
zijn niet bevorderlijk voor een goede bloedsomloop. Hij zette dus op
mijn verzoek zijn voet op het karton.
Wat
geef je direct aan?
De
omtrek van de voet, daar begin je mee. Je zet ook een goede markering
bij het begin van de grote teen, en ook bij het begin van de kleine
teen. We gaan nu de eerste lijnen trekken.
1:
stippellijn bij de kleine teen richting de grote teen
2:
streep bij de grote teen richting de kleine teen.
Dan
gaan we naar de hiel. Als je een lineaal bij de hand hebt, dan leg je
die langs je enkel. Op het punt waar het meetgedeelte het karton
raakt, zet je je markering. Dan mag de voet van het karton af, en
trek je een streep om de hiel door te trekken naar de andere kant.
Vanaf die streep trek je nog een stippellijn, 2,5 cm en 5 cm vanaf
de hiel gemeten, in de voetboog. En niet te vergeten de naam van
degene wiens voet je hebt gebruikt.
Meten is weten
Je
merkt het ondertussen al, meten is weten. En dat klopt ook. Het doel
is namelijk om een goed zittend paar sokken te maken, waar iemand
lang plezier van kan hebben. Het maakt dan niet uit of hij/zij een
maatje 37 heeft, of een maat 46.
Ook het
maken van een proeflapje hoort hier bij. Uit een proeflapje kun je
namelijk heel veel informatie halen. Meestal geven garenfabrikanten
al een steekverhouding, met een naalddikte op het etiket weer.
Ontwerpers geven ook vaak aan, wat de steekverhouding is, die zij
hebben gebruikt om hun ontwerp te maken. Deze kan afwijken van wat de
garenfabrikanten aangeven.
Dit
komt, omdat iedereen een eigen hand van breien heeft; de een breit nu
eenmaal losser dan de ander. Daarnaast kunnen andere zaken ook
invloed hebben op het eindresultaat. Het verwerken van meer dan 1
kleur in een sok bijvoorbeeld. De Engelsen hebben er een mooie term
voor: tension. Door de kleuren in je proeflapje af te wisselen (2 st
recht in kleur 1, en 2 st recht in kleur 2, en op de terugweg in
averecht afwisselend) zie je de trekkracht die het garen op elkaar
uitoefent. Met die trekkracht moet je wel rekening houden, want
anders past je sok niet. Wordt het geheel strakker, dan dat de
ontwerper aangeeft, dan kun je je naalddikte aanpassen, voor een
beter resultaat.
Ook
kabels hebben invloed op de trekkracht en de rek van een sok. Vaak
camoufleren ontwerpers die, door enkele averechte steken naast de
kabels te zetten. Brei die dan ook mee in je proeflapje om te zien
wat voor effect of dit heeft voor je sok.
Kijk de video: Sokkenmaatje maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten