zaterdag 21 september 2019

Maak een kartonnen sokkenmaat.

Het kartonnen maatje, materialen, meten is weten


Het kartonnen maatje.

Het begon met een draadje in een van de forums op Ravelry. Mensen hadden een patroon gekocht voor een dollar, en dat patroon beschreef een hiel, die in beide sokkenbreimethodes (van boord naar teen en van teen naar boord) gebruikt konden worden. Ik ben altijd in voor iets nieuws, en zeker als je er nog wat van kan leren. Tot mijn verbazing bracht de auteur iets anders ter sprake, te weten het kartonnen maatje.

Ik heb een maatje gemaakt van de voet van mijn echtgenoot. Omdat hij onregelmatige werktijden heeft, is het best handig om zo'n maatje bij de hand te hebben. Hij vroeg mij om enkele paren sokken te breien, die hij onder zijn uniformsokken zou kunnen dragen. Dat is in zijn geval echt noodzaak, want de nylon sokken die bij zijn uniform horen, zijn niet bevorderlijk voor een goede bloedsomloop. Hij zette dus op mijn verzoek zijn voet op het karton.

Wat geef je direct aan?
De omtrek van de voet, daar begin je mee. Je zet ook een goede markering bij het begin van de grote teen, en ook bij het begin van de kleine teen. We gaan nu de eerste lijnen trekken.
1: stippellijn bij de kleine teen richting de grote teen
2: streep bij de grote teen richting de kleine teen.

Dan gaan we naar de hiel. Als je een lineaal bij de hand hebt, dan leg je die langs je enkel. Op het punt waar het meetgedeelte het karton raakt, zet je je markering. Dan mag de voet van het karton af, en trek je een streep om de hiel door te trekken naar de andere kant. Vanaf die streep trek je nog een stippellijn, 2,5 cm en 5 cm vanaf de hiel gemeten, in de voetboog. En niet te vergeten de naam van degene wiens voet je hebt gebruikt.

Meten is weten

Je merkt het ondertussen al, meten is weten. En dat klopt ook. Het doel is namelijk om een goed zittend paar sokken te maken, waar iemand lang plezier van kan hebben. Het maakt dan niet uit of hij/zij een maatje 37 heeft, of een maat 46.

Ook het maken van een proeflapje hoort hier bij. Uit een proeflapje kun je namelijk heel veel informatie halen. Meestal geven garenfabrikanten al een steekverhouding, met een naalddikte op het etiket weer. Ontwerpers geven ook vaak aan, wat de steekverhouding is, die zij hebben gebruikt om hun ontwerp te maken. Deze kan afwijken van wat de garenfabrikanten aangeven.

Dit komt, omdat iedereen een eigen hand van breien heeft; de een breit nu eenmaal losser dan de ander. Daarnaast kunnen andere zaken ook invloed hebben op het eindresultaat. Het verwerken van meer dan 1 kleur in een sok bijvoorbeeld. De Engelsen hebben er een mooie term voor: tension. Door de kleuren in je proeflapje af te wisselen (2 st recht in kleur 1, en 2 st recht in kleur 2, en op de terugweg in averecht afwisselend) zie je de trekkracht die het garen op elkaar uitoefent. Met die trekkracht moet je wel rekening houden, want anders past je sok niet. Wordt het geheel strakker, dan dat de ontwerper aangeeft, dan kun je je naalddikte aanpassen, voor een beter resultaat.

Ook kabels hebben invloed op de trekkracht en de rek van een sok. Vaak camoufleren ontwerpers die, door enkele averechte steken naast de kabels te zetten. Brei die dan ook mee in je proeflapje om te zien wat voor effect of dit heeft voor je sok.

Kijk de video: Sokkenmaatje maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten